De staatsmijn
Hendrik:
De staatsmijn Hendrik stond in de Brunssumse wijk Rumpen, maar was oorspronkelijk gepland in de gemeente Schinnen, nabij Hoensbroek. De staatsmijn Hendrik produceerde hoofdzakelijk gasrijke vetkool (=soort steenkool. Door verhitting in cokesovens).
De staatsmijn Hendrik stond in de Brunssumse wijk Rumpen, maar was oorspronkelijk gepland in de gemeente Schinnen, nabij Hoensbroek. De staatsmijn Hendrik produceerde hoofdzakelijk gasrijke vetkool (=soort steenkool. Door verhitting in cokesovens).
Ontstaan:
De staatsmijn Hendrik opende zijn deuren rond 1898/1899. Er werd veel personeel gezocht, waardoor veel mensen van andere landen gingen immigreren om hier te werken. Na de tweede wereldoorlog maakte ze een 4de schacht deze was zo’n 750 meter diep. De mijn werd in 1959 afgesloten.
Scholing:
De staatsmijn Hendrik opende zijn deuren rond 1898/1899. Er werd veel personeel gezocht, waardoor veel mensen van andere landen gingen immigreren om hier te werken. Na de tweede wereldoorlog maakte ze een 4de schacht deze was zo’n 750 meter diep. De mijn werd in 1959 afgesloten.
Voordat men in de
mijn te werk kon gaan, moest men op de
OVS (Ondergrondse VakSchool) leren hoe je te werk moest gaan. Er waren drie
vakscholen in Limburg: in Heerlen, Landgraaf en Kerkrade. Je leerde hoe je
moest omgaan met materialen zoals het van boren, dynamiet gebruiken enz.
Rampen:
In de staatsmijn
Hendrik vonden de meeste mijnrampen plaats van alle mijnen in Nederland.
Hieronder een voorbeeld:
Op 13 juli 1928 was
er een ontploffing van mijngas. Een mijnwerker had toen met zijn
veiligheidslamp (davylamp) gekeken of er mijngas in de mijngang was.
Een davylamp is een
soort benzinelamp, waarvan de vlam van kleur verandert als er mijngas aanwezig
is. De voorschriften zeiden dat na het meten van mijngas, de vlam in de
veiligheidslamp zo klein mogelijk moest worden gedraaid. De betrokken
mijnwerker negeerde dit voorschrift. Waarschijnlijk doordat hij een onverwachte
en snelle beweging maakte, zoals een sprong ergens vanaf, vatte het mijngas in
de gang vlam en explodeerde. Onderzoek wees later uit dat er in deze mijngang
een extreem hoge concentratie, van maar liefst 5%, mijngas aanwezig was. Er
vielen dertien slachtoffers. Omdat het ongeluk plaatsvond op vrijdag de dertiende,
en er ook dertien slachtoffers vielen, was dit volgens sommigen het werk van de
duivel.
Klachten:
Er waren veel
klachten over de mijn. De mijnwerkers moesten werken in slechte omstandigheden,
zoals in krappe ruimtes werken, waardoor o.a. een slechte ademhaling ontstond.
Het ergste was dat je stoflongen kreeg. Stoflongen wilde zeggen dat je veel
stof hebt binnengekregen ondergronds waardoor je minder goed kunt ademhalen
doordat de longen verstopt raken. Veel mensen kwamen hierdoor eerder te
overlijden.
Sluiting:
In 1969 nam de NAVO
er haar intrek en werd het terrein in gebruik genomen als het hoofdkwartier van
de centrale strijdkrachten in Europa. Daarnaast herbergt het terrein de
radiostudio's van Canadian Forces Network , waarvan de antennes tot de sloop
eind jaren tachtig stonden opgesteld op de betonnen schachtbok van schacht IV.
Voor de sloop van de schachttoren werd op nagenoeg dezelfde plek een nieuwe
communicatietoren gebouwd.
Wist je dat:
-
De
diepste schacht 1058
meter diep was?
-
De
totale productie 61.203.000 ton, oftewel 61.203.000.000 kilo
was?
-
Er
vier schachten waren en elke schacht ongeveer 250 meter was?
-
De
staatsmijn Hendrik de grootste mijn van heel Nederland was?
-
Op
het hoogtepunt van het werknemersaantal er in Nederland 47.500 mijnwerkers
werkten?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten